.
Raadpleeg altijd het productetiket voor de meest accurate informatie over ingrediënten en allergenen
½ stuk(s)
Knoflookteen
½ stuk(s)
Sjalot
60 gram
Champignons
1 stuk(s)
Portobello
90 gram
Spaghetti
30 gram
Spekblokjes
¼ stuk(s)
Citroen
5 gram
Verse krulpeterselie
50 ml
Kookroom
25 gram
Geraspte pecorino
½ el
Olijfolie
½ el
Roomboter
naar smaak
Peper en zout
Breng ruim water, met een snuf zout, aan de kook in een pan met deksel voor de spaghetti. Pers de knoflook of snijd fijn. Snipper de sjalot. Snijd de champignons in kwarten. Snijd de portobello in lange dunne repen. Kook de spaghetti, afgedekt, 8 - 10 minuten al dente in de pan met deksel. Giet daarna af maar bewaar het kookvocht.
Verhit een grote hapjespan zonder olie, op middelhoog vuur en bak de spekblokjes in 4 - 6 minuten knapperig. Haal uit de pan en bewaar apart. Rasp ondertussen de schil van een citroen met een fijne rasp en pers de citroen uit. Snijd de verse krulpeterselie fijn.
Verhit 1/2 el olijfolie per persoon in een dezelfde hapjespan op middelhoog vuur. Bak de champignons en de portobello 3 - 4 minuten. Voeg de sjalot en de knoflook toe en roerbak 1 - 2 minuten. Breng op smaak met peper en zout.
Voeg de spaghetti, de spekblokjes en de kookroom toe aan de hapjespan met de champignons. Verhoog het vuur en roerbak 3 - 4 minuten, zodat de saus indikt.
Verwijder de hapjespan van het vuur. Voeg per persoon 1/2 tl citroenrasp, 1 el citroensap en 1/2 el roomboter, de helft van de krulpeterselie en de helft van de pecorino toe. Breng op smaak met peper en zout en roer goed door.
Verdeel de spaghetti over de borden. Garneer met de overige krulpeterselie en de pecorino.