Het woord pappardelle is waarschijnlijk af te leiden van het Italiaanse pappare - dat betekent schrokken!
Raadpleeg altijd het productetiket voor de meest accurate informatie over ingrediënten en allergenen
3 stuk(s)
Knoflookteen
½ stuk(s)
Paprika
0.13 stuk(s)
Rode peper
5 gram
Pistachenoten
¼ stuk(s)
Citroen
15 gram
Panko paneermeel
120 gram
Garnalen
125 gram
Verse pappardelle
¾ tl
Paprikapoeder
15 gram
Geraspte pecorino DOP
½ el
[Plantaardige] roomboter
1 el
Wittewijnazijn
1.5 el
Olijfolie
naar smaak
Peper en zout
Snijd de knoflook en peterselie fijn. Snijd de paprika in dunne reepjes. Verwijder zaadlijsten van de rode peper en snijd de peper fijn. Snijd de pistachenoten fijn. Rasp de citroen en snijd deze in partjes.
Verhit 1/2 tl olijfolie per persoon in een koekenpan op middelhoog vuur. Rooster de panko 2 – 5 minuten, of tot deze goud van kleur is. Doe de panko vervolgens in een kom en voeg de gehakte pistachenoten en per persoon 1 – 2 mespuntjes gehakte peterselie en 1 mespunt citroenrasp toe. Breng op smaak met peper en zout. Breng ruim gezouten water aan de kook in een grote pan voor de pasta.
Verhit een scheutje olijfolie in dezelfde koekenpan op middelhoog vuur. Voeg de paprika toe en bak 7 – 10 minuten. Voeg de garnalen en de helft van de knoflook toe. Bak nog 3 – 5 minuten en breng op smaak met peper en zout. Haal de garnalen en paprika uit de pan, zet opzij en bewaar het kookvocht in de pan.
Kook de pappardelle ondertussen 4 – 6 minuten in de pan met kokend water. Bewaar 4 – 5 el kookvocht per persoon en giet de pasta vervolgens af. Voeg een scheutje olijfolie toe zodat de pasta niet kleeft en bewaar deze afgedekt in de pan.
Verhit dezelfde koekenpan weer op middelhoog vuur met een scheutje olijfolie, de roomboter, de paprika, de rode peper en de rest van de knoflook. Bak 1 minuut, of tot de knoflook goudkleurig is. Voeg de wittewijnazijn (of witte wijn als je die hebt) en het bewaarde kookvocht toe. Laat de saus op middelhoog vuur 1 – 2 minuten inkoken, tot ongeveer een derde van de saus over is. Draai het vuur naar middelhoog en voeg de pappardelle en de peterselie toe. Voeg vervolgens de paprika en garnalen toe. Verhit het geheel nog 1 – 2 minuten. Breng op smaak met peper en zout.
Voeg vlak voor serveren de helft van de pecorino en de pangrattato toe aan de koekenpan. Verdeel de rucola over diepe borden en serveer de pasta erbovenop. Garneer met de rest van de pecorino en de pangrattato. Knijp een partje citroen uit over het gerecht of besprenkel met het resterende citroenrasp.