Veel Andes- en Afrikaanse gewassen, die goed groeien onder zware omstandigheden, zullen tegen 2050 gangbaar zijn in Europa en Oceanië.
Twee Andesgewassen, verwant aan quinoa – kiwicha en kañihua – zullen alledaags zijn. Kiwicha heeft een nootachtige smaak en krokante textuur, en zal populair zijn in ontbijtbowls, granola’s en salades. Kañihua is veelzijdig inzetbaar: van soep en stoofpot tot pap, desserts en bakproducten.
Teff en fonio – beide kleine, glutenvrije graansoorten rijk aan ijzer – zullen uitgroeien tot nieuwe supergranen. Teff is een basisgraan in de Hoorn van Afrika, waar het wordt gebruikt voor injera (gefermenteerd platbrood), terwijl fonio in West-Afrika wordt gegeten, vergelijkbaar met couscous.
De bambara-boon en de marama-boon zouden kunnen gaan concurreren met linzen, kikkererwten en gewone bonen. De bambara-boon wordt veel geteeld in Sub-Sahara Afrika en smaakt naar pinda’s; de marama-boon komt uit de Kalahari-woestijn en smaakt, eenmaal geroosterd, naar cashewnoten.